Er zijn verschillende soorten extra-articulair impingement. Extra-articulair betekend letterlijk buiten het gewricht. Er zijn verschillende soorten impingement die buiten het gewricht zijn, de meest voorkomende is Subspine Impingement (SSI). De afwijking is dan dat een botspiek waar een bovenspier (rectus femoris) aanhecht vergroot is. Deze kan te groot zijn door een groeistoornis of door een gedeeltelijke spierscheur. Scheuren in deze spier komen veel voor bij voetballers.
Als een SSI aanwezig is kan de botspiek bij het bewegen van de heup tegen heupkapsel aankomen en eer scherpe liespijn veroorzaken.
3D CT die een dubbelzijdige SSI toont, met ook een cam deformiteit.
Subspine Impingent. (Met rood bot wat "teveel" aanwezig is.
Een SSI is met een kijkoperatie goed te verwijderen. Net boven het heupkapsel kan de botspiek in beeld gebracht worden. Daarna kan het stap voor stap met een soort frees verwijderd worden. Het voordeel van de kijkoperatie techniek is dat de spieren niet losgemaakt hoeven te worden en dat na verwijderen de heup bewogen kan worden met de camera in de heup om zeker te zijn dat er niets meer vastloopt.
Rontgenbeelden tijdens verwijdering SSI met kijkoperatie.
Ischio-femoral impingement (IFI)
Een andere variant van impingement buiten de heup is IFI. Bij relatief steile heupen is de afstand tussen het trochantor minor (uitstulping binnenzijde bovenbeen waar de psoaspees aanhecht) en het bekken te klein. Deze ruimte is normaal ongeveer 4 cm op zijn smalst, bij kleiner dan 2,5 cm hebben we het over een afwijking. De spier die op die plek loopt klemt dan in de quadratus spier.
Als operatieve opties is er de mogelijkheid om het trochanter minor door middel van een kijkoperatie te verwijderen of om de afwijkende steilheid te corrigeren door de stand van de heup te verbeteren.
Een voorbeeld van Ischio-femoral impingment.
